Laten we eerlijk zijn; je wordt niet vrolijk van 2021. En van 2020 ook niet echt. En dat merk je om je heen; mensen zijn knorrig, snel aangebrand en gezelligheid is ver te zoeken. Let wel; dit is geen waardeoordeel, slechts een constatering. De corona-pandemie en lockdown-met-avondklok, gecombineerd met het grauwe, natte weer van de afgelopen weken, nopen niet tot veel vrolijke gezichten. Het collectieve humeur van Nederland staat al maanden op onweer. En de afgelopen weken ‘zakte het glas’ nog een stukje meer; na de invoer van de avondklok deden zich her en der rellen voor en even leek het of voetbal als nationale sport voorbij gestreefd werd door ‘schop-een-jumbo-in-elkaar‘ en ‘stenen-gooien-naar-de-politie‘.

En toen kwam de winter. Eindelijk. Geheel onverwacht en toch zeer welkom. En er lag sneeuw. In de hofstad, al sinds jaar en dag mijn residentie, lag een kleine 30 centimeter op straat en op balkon was dusdanig veel sneeuw neergestreken dat mijn keukendeur slechts 5 centimeter open wilde gaan. Dat wordt wachten op de onvermijdelijke dooi voordat we weer naar buiten kunnen.

Het kan aan mij liggen, maar mij schijnt me toe dat mensen veel gelukkiger zijn (of in ieder geval doen) als er sneeuw ligt. Wintergek als ik ben, ging ik al vroeg met twee dolblije kinderen naar buiten om te sleeën, sneeuwballen te gooien en sneeuwengelen te maken. En het viel me op dat iedereen die ik tegenkwam in een uitstekend humeur verkeerde; men begroette elkaar als oude vrienden, er ontstonden spontaan gesprekken (uiteraard op anderhalve meter) en hier en daar kwam het tot een sportief handgemeen met sneeuwballen als munitie. Een heer van middelbare leeftijd ploeterde goedgemutst op z’n fiets door de sneeuw en liet zich ontvallen dat het leek alsof hij opnieuw moest leren fietsen. Een jongeman op een scooter die uiterst behoedzaam zijn weg zocht tussen de onzichtbare witte belijningen liet spontaan weten dat hij al over de helft was en er eigenlijk wel plezier in had. Even verderop schoot een man die vanuit z’n woonkamer het hele tafereel stond te bekijken onbedaarlijk in de lach, omdat mijn dochter, in haar enthousiasme, een sneeuwbal op mijn neus mikte. De dagbladen besteedde er ruim aandacht aan; de sleeënde jeugd, de sneeuwballen en de winterpret die voor even de corona-malaise pas op de plaats deed maken. Kortom; een opperbeste stemming alom.
Het sleetjerijden van heuvels in de stad en in parken was zondag, net als het bouwen van iglo’s of het maken van sneeuwpoppen, de meest favoriete bezigheid.
Het Parool – 7 februari 2021
Ik heb geen idee hoe het komt dat 30 centimeter sneeuw zorgt voor een omslag in de algemene stemming in Nederland, maar ik vind het prima. Afgelopen zondag heb ik me beter gevoeld dan in maanden her. Ik ben meerdere keer met de kinderen naar buiten geweest om te genieten van de witte wereld; ’s avonds ben ik nog bijna 7 kilometer gaan lopen, gewoon, voor de lol. Uiteraard kan ik dat ook doen als er geen sneeuw ligt (en dat doe ik dan ook), maar met sneeuw wordt het wel ineens een heel stuk aangenamer, zelfs met een gevoelstemperatuur van -11℃. Het was, samenvattend, een geweldige dag. Eentje waarvan ik hoop dat we die de komende jaren wat vaker mogen beleven. Want niet alleen ik word er ontzettend vrolijk van, het lijkt goed te zijn voor de stemming in heel Nederland. Persoonlijk denk ik dat die stemming nog veel beter zal worden van een nieuwe Elfstedentocht, maar daarvan weten we inmiddels dat die helaas niet gaat gebeuren in 2021. Dan nog maar een kleine halve meter sneeuw en wat vrieskou alstublieft. Niet inpakken, het gaat zo mee…