Jurassic Park in ’t echt? Ik geef toe, een wat vreemd onderwerp voor mijn blog, dat meestal tech-georiënteerd is. Aan de andere kant kan je ook zeggen dat het terugbrengen van reeds uitgestorven dieren door middel van DNA echt wel behoorlijk tech is. Hoe dan ook, dit artikel gaat nou eens niet over de technische kant van het verhaal, maar over de ethische kant ervan. En ook die verdient wat belichting…
Wie heeft er nog nooit over nagedacht? Je gaat op vakantie naar een steppe en tijdens de safari sta je oog in oog met wolharige mammoeten, in de verte zie je een sabeltandtijger op de loer liggen en heel misschien krijg je ook nog een drieteenpaard te zien. Klinkt als een goede film. Toch is de wetenschap al bijna zover dat ze reeds lang uitgestorven dieren kunnen ’terugbrengen’ door gebruik te maken van fossiel DNA.
En hoe ontzettend nerdy en cool (ja, je kan die twee woorden best in één zin gebruiken) dat ook lijkt, er moet wel worden nagedacht over het welzijn van de dieren die je terugbrengt. Want laten we wel zijn, sinds de wolharige mammoeten deze aarde verlaten hebben, is er wel het een en ander veranderd. En dan heb ik het niet over de reden voor het uitsterven. Want in tegenstelling tot vandaag de dag, had de mens op dat moment in de tijd nog geen effect op klimaatveranderingen. Die kwamen en gingen. En dieren die niet met die veranderingen konden omgaan (om wat voor reden dan ook) stierven uit. Waarschijnlijk is de wolharige mammoet niet eens toegerust om in de huidige wereld te overleven. Moet je zo’n beest dan wel willen terugbrengen?
Ook is er een gebrek aan ruimte. Je gaat ook niet met een Sint Bernard op een klein flatje wonen, zo’n beest heeft de ruimte nodig. Dat geldt ook voor de mammoet. Daarbij zijn dat kuddedieren, dus je zal er niet één, maar een hele veestapel moeten creëren, wil je zo’n beest ‘een goed gevoel’ geven. Probleem: alle mammoeten worden gecreëerd uit een zeer beperkt aantal DNA-monsters. Dat betekend dat de genetische diversiteit bijna afwezig is. Eventuele geboren jongen zullen dus allerhande genetische problemen hebben, waardoor hun levensverwachting ernstig zal worden beperkt.
Daarbij is een gecreëerde mammoet niet een mammoet in de letterlijke zin van het woord. Omdat mammoeten (inderdaad, zie hier de prehistorische variant van het probleem van het kip en ’t ei) uitgestorven zijn, zal het specimen moeten worden ingebracht in de baarmoeder van de dichtstbijzijnde nog levende verwant: de Aziatische olifant. Het resultaat na +/- 21 maanden zal dan lijken op een mammoet, maar zal ook veel genen hebben van z’n draagmoeder: een normale olifant. Op dat moment kan je je afvragen of dit dan wel een ‘echte’ mammoet is. Of is het een kwestie van ‘het lijkt erop’? En zijn dan de gedragingen (die ongetwijfeld door hordes wetenschappers gedocumenteerd zullen worden) wel echt die van de mammoet?
Tot nu heb ik het enkel gehad over mammoeten, beesten waar je in principe alleen last van hebt als ze op je gaat staan. Maar er zijn ook DNA-monsters beschikbaar van sabeltandtijgers en reuzenwolven. En dat zijn beesten die je liever niet alleen tegenkomt. Dus dan toch achter tralies in een dierentuin. En dan krijg je weer het verhaal van het dierenwelzijn en de reden voor het ’terughalen’ van deze soorten. Want in een dierentuin vertoont een beest alles behalve natuurlijk gedrag. Iedereen die wel eens bij de tijgers in Diergaarde Blijdorp of Artis heeft gekeken weet wat ik bedoel (en dat bedoel ik niet als steek onder water naar de medewerkers van genoemde dierentuinen, want over hun dierenliefde heb ik zeker geen twijfels).
Terug naar de vraag aan het begin van dit artikel: moet je dit wel niet willen? Ik vind het een lastige vraag. De geek in mij wil dolgraag over een aantal jaren met vrouw en dochter een reisje boeken richting een reservaat alwaar ik me dan kan vergapen aan diverse, heden ten dage uitgestorven dierensoorten. De dierenliefhebber in mij zegt me dat een uitgestorven-dierensoort-tot-leven-wekken-omdat-het-kan niet de juiste reden is. En ook de enorme technologische vooruitgang die hiermee geboekt kan worden is wat mij betreft niet voldoende reden. Ik moet echter wel bekennen dat als dit toch gaat gebeuren, die safari uiteindelijk wel een hele reële optie wordt.
Eén ding zal echter altijd voorbehouden blijven aan de film (althans, volgens deze onderzoekers en met mijn opluchting tot gevolg): dinosauriërs zullen niet met deze technieken tot leven gewekt kunnen worden, aangezien dat DNA te oud is om nog te kunnen gebruiken. Dus een ontmoeting met een heuse T-Rex zit er niet meer in, een dodo zou zomaar wel kunnen. En daarmee klopt de titel van dit artikel eigenlijk niet…
Geef een reactie